Kasteel Nederhemert kent een bewogen bouwgeschiedenis. In de 13e eeuw begon het kasteel als een woontoren. Het werd in de loop der eeuwen verder uitgebouwd tot een veelhoekig kasteel met vier torens. In 1945 brandde het kasteel volledig uit en verviel het tot een ruïne. Sinds 2005 is het kasteel weer in oude luister te bewonderen.
Imposant kasteel
Kasteel Nederhemert ligt aan een oude bocht van de Maas. Zoals bij veel kastelen is de stichtingsdatum onbekend. In 1310 werd Johan van Hemert genoemd als eigenaar van de ‘burgh te Hemert’. De oudste delen van het kasteel dateren uit het einde van de 13e eeuw: een woontoren van twee verdiepingen en een kelder met een bijzonder Boheems gewelf. Zo’n 30 jaar later kreeg deze donjon gezelschap van twee hoektorens – een rechthoekige en een ronde – met daartussenin een ommuurde binnenplaats. Rond 1350 verrees een ridderzaal met toegangspoort, en in de 15e eeuw kwam daar nog een zeshoekige toren bij. Zo groeide Nederhemert uit tot een imposant kasteel.
Gerieflijk landhuis
Lange tijd gebeurde er niet zoveel met het kasteel tot het op het eind van de 19e eeuw verbouwd werd tot een gerieflijk landhuis. Het kasteel werd gepleisterd en zelfs van kantelen en een bordes voorzien. Nederhemert was in de loop van 650 jaar bewoond door veel adellijke families. Er stond zelfs een bed dat werd toegeschreven aan de Gelderse veldmaarschalk Maarten van Rossum. Op het eind van WOII werd het kasteel en zijn inboedel door brand volledig verwoest.
Uit de as herrezen
De laatste bewoners verkochten de resten van het kasteel en het omliggende landschapspark aan de Nederlandse staat. Die droeg het vervolgens over aan het Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen. Lange tijd ontbrak het geld voor restauratie en het kasteel verviel tot een ruïne. Tussen 2001 en 2005 is Nederhemert gerestaureerd en daarbij zoveel mogelijk teruggebracht in de middeleeuwse staat. In het kasteel is nu een kantoor gevestigd en het is zeer beperkt opengesteld voor het publiek.
