Nadat de Romeinen in 70 na Christus de Bataafse opstand neersloegen, stationeerden zij een volledig legioen in de regio: het Tiende Legioen. Hiermee wilden zij een nieuwe opstand voorkomen. De legerplaats lag strategisch op de rand van de uitlopers van de stuwwal van Berg en Dal.
Veldtekenen
In het centrum van de legerplaats stond het hoofdkwartier: de principia. Hier vond rechtspraak plaats en was een heiligdom ingericht waar de veldtekenen werden bewaard. De veldtekenen bestonden uit de legioensadelaar en vaandels voor de cohorten en centuries. Aan de hand van de veldtekenen werden de diverse legeronderdelen herkend. Daarnaast hadden ze een grote symbolische waarde: de legioensadelaar stond symbool voor de eer van het legioen.
Vijf kilometer aquaduct
In het kamp zijn opvallende bouwwerken teruggevonden, waaronder een waterleiding, latrines en riolering. De Romeinen hadden een uitgebreid netwerk van waterleidingen aangelegd zodat zij overal schoon water hadden. Het water werd aangevoerd via een vijf kilometer lang aquaduct. Op verschillende plaatsen aan de rand van het kamp stonden openbare latrines, voor de soldaten. Officieren hadden kleine privétoiletten bij hun vertrekken. De latrines werden permanent doorgespoeld met water en waren aangesloten op een rioolsysteem. De rioolbuis voerde het afvalwater 300 meter het kamp uit, zodat men geen last had van de geur.
Grote markt
Ten oosten van het legerkamp stond het grootste Romeinse gebouw dat in Nederland is gevonden: het marktgebouw. Het besloeg 135 bij 165 meter. Op de grote binnenplaats werden allerlei goederen verhandeld: groente, fruit, aardewerk… waarschijnlijk waren de Romeinse soldaten vaste klanten van de markthandelaren. Helaas is van al deze Romeinse gebouwen weinig meer te zien. Op sommige plekken in de wijk verraden verkleuringen in het wegdek nog de locatie van de oorspronkelijke gebouwen.
“