Dwars door Tiel loopt een kaarsrecht, drie kilometer lang kanaal dat de Waal verbindt met de Linge. Weinigen weten dat dit een onderdeel vormde van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Als Holland gevaar liep, werd de sluis in Tiel opengezet. De Linge kreeg daardoor meer water en kon 20 km stroomafwaarts het land onder water zetten.
Nieuwe Hollandse Waterlinie
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is aangelegd in de 19e eeuw. De bedoeling was om bij buitenlandse dreiging een kilometers brede strook land onder water te zetten. De waterhoogte was slechts 40 cm, maar dat was genoeg om het onbegaanbaar en onbevaarbaar te maken. De linie liep van de Zuiderzee naar de Biesbosch en diende als bescherming van de Hollandse steden en Utrecht. Het groeide uit tot een ingewikkeld stelsel van inlaatsluizen, forten, kazematten en groepsschuilplaatsen.
Inundatiekanaal
Eén van de onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie was de Diefdijklinie, die liep van de Lek bij Culemborg tot de Waal bij Gorinchem. In de loop van de 19e eeuw kwam men tot te conclusie dat het inunderen (onder water zetten) van deze strook water te lang zou duren: afhankelijk van de waterstand soms wel twee weken. Daarom legde men in Tiel een 3 km lang kanaal aan van de Waal naar de Linge. Stroomafwaarts van de Linge kon op deze manier extra water het gebied instromen.
Relicten
Na WOII is de Hollandse Waterlinie buiten gebruik gesteld. Het kanaal dat nooit nodig is geweest, was daarmee werkloos geworden en zijn functie werd vergeten. De gemeente Tiel en het Waterschap hebben het kanaal onlangs een grote opknapbeurt gegeven, inclusief de sluizen en bruggen. Ook de oorspronkelijke rietkragen, in de 19e eeuw gebruikt als oeverbescherming, zijn daarbij teruggebracht.
