Op de plek van waterrecreatiegebied De Byland lag vroeger een grensfort, een castellum. Dit leiden geschiedkundigen af uit de vondst van veel militaire voorwerpen die zijn gevonden bij het uitbaggeren van het gebied.
Castellum Carvium
Op de plek van de huidige recreatieplas De Bijland lag in de Romeinse tijd hoogstwaarschijnlijk een grensfort: een castellum. Er kleeft iets mysterieus aan het fort. Het is namelijk niet te vinden in Romeinse literaire bronnen zoals de Peutingerkaart, de befaamde Romeinse reiskaart. Waarom wij toch het bestaan van een castellum vermoeden? Dat komt door de vele ‐ vooral militaire – voorwerpen die gevonden zijn tijdens het uitbaggeren van de voormalige Bylandsche Waard in de 20e eeuw.
Legio I Germanica
Een van de topstukken die is gevonden, is een verzilverde zwaardschede van een centurio van Legio I Germanica. Het Legio Germanica was een legioen dat in de 1e eeuw de limes, de grens van het rijk, in onze regio moest verdedigen. Tijdens de Bataafse Opstand onder leiding van Julius Civilis koos het legioen de zijde van Civilis. Na afloop van de opstand strafte keizer Vespasianus de overlopers door het legioen te ontbinden: Legio I Germanica hield op te bestaan.
Fort aan de dam
Het castellum droeg de naam ‘Carvium’. Dat weten we door de inscriptie op een grafsteen die hier is gevonden. Deze grafsteen is van Marcus Mallius, een legionair van het Eerste Legioen. Mallius is volgens de tekst begraven te Carvium ad molem, wat ‘aan de dam’ betekent. Vermoedelijk is dit dezelfde dam die veldheer Drusus vlak voor het begin van de jaartelling liet aanbrengen op de splitsing van Rijn en Waal, om meer water door de Rijn te laten stromen. De geschiedschrijver Tacitus meldt hoe Julius Civilis de dam in het jaar 70 vernielde. Het castellum was in functie tot het jaar 275. Mogelijk was het ook in de vierde eeuw in gebruik.
Marcus Mallius
In 1938 is een bijzondere vondst gedaan in De Bijland. Bij de aanleg van de huidige recreatieplas is toen een grafsteen gevonden. Deze steen dateert uit de eerste helft van de eerste eeuw na Christus, nog in het begin van de Romeinse heerschappij in onze streken. Hij is gemaakt ter nagedachtenis van de Romeinse legioensoldaat Marcus Mallius. Deze grafsteen is één van de bekendste Romeinse vondsten van Nederland. Uit de tekst kan namelijk worden afgeleid dat hier zowel de Dam van Drusus als het Romeinse fort Carvium hebben gelegen. Drusus was een Romeinse veldheer. Tot op de dag van vandaag wordt onderzoek gedaan naar de dammen en kanalen die hij heeft laten aanleggen. De originele grafsteen kunt u zien in Museum Het Valkhof in Nijmegen. De hier geplaatste steen is een replica.
Tekst
M(arcus) MALLIVS
M(arci) F(ilius) GALER(ia tribu) GENVA
MILE(s) LEG(ionis) I / RVSONIS
ANNO(rum) XXXV STIP(endiorum) XVI
CARVIO AD MOLEM
SEPVLTVS EST EX TEST(aniento)
HEREDES DVO F(aciendum) C(uraverunt)
Marcus Mallius,
zoon van Marcus, uit het district Galeria, uit Genua.
soldaat van het eerste legioen, uit de eenheid van Ruso,
35 jaar oud, met 16 dienstjaren,
is te Carvium (Herwen) bij de dam
begraven volgens zijn testament.
Zijn twee erfgenamen hebben deze steen laten maken.
Pensioen
In de tijd van Mallius hadden de Romeinen nog het plan om Germanië te onderwerpen. De forten werden vooral bemand door legioensoldaten uit het zuiden van Europa. Later kwamen hier Bataafse hulptroepen voor in de plaats. Mensen werden vaak minder oud dan tegenwoordig. Een legioensoldaat kon met 25 dienstjaren met pensioen. Dan was hij pas ongeveer 45 jaar oud.
“