In 980 was Groesbeek even het middelpunt van de wereld. Deze regio maakte deel uit van het Heilige Roomse Rijk en de jonge keizer Otto II was er de baas. Otto II was getrouwd met Theophanu, een exotisch prinses uit het verre en beschaafde Byzantium (het huidige Istanbul). In Groesbeek beviel zij van een zoon, troonopvolger Otto III.
Keizerin Theophanu
Het meisje was elf toen ze naar het Westen kwam, maar groeide uit tot een echte keizerin. Door tijdgenoten werd ze omschreven als knap, intelligent en innemend.
Vergeleken met het beschaafde Byzantium was de wereld waarin Theophanu door haar huwelijk terechtkwam, ruw en onbeschaafd. Hier droeg men wol en leren kleding en was geleerdheid verdacht. Theophanu droeg zijden kleding, kon lezen en schrijven en at met mes en vork. De Byzantijnse prinses bracht het hof beschaving bij.
Tweeling
In 980 was het keizerspaar op weg van Aachen naar het keizerlijk paleis op het Valkhof in Nijmegen. Theophanu was hoogzwanger en in het Ketelwoud (tussen Kleef en Nijmegen) moest de keizerlijke stoet stoppen. Ver beneden haar stand beviel Theophanu in een nederig stulpje van een tweeling een jongen en een meisje. Het meisje overleed voordat ze kon worden gedoopt. Van haar is dan ook geen naam overgeleverd. De jongen werd Otto genoemd, de latere keizer Otto III. Over de plaats van geboorte lopen de mening uiteen, maar in Groesbeek weten ze het zeker: het was hier.
Vrouw aan de top
Eén van de vele verdiensten van Theophanu is de introductie van de heilige Nicolaas in het Westen. Nicolaas was een belangrijke Byzantijnse heilige, die veel later populair werd als de oer-Hollandse Sinterklaas. Het Nijmeegse Valkhof was één van haar meest geliefde paleizen. Toen Otto II in 983 op jonge leeftijd stierf, was Theophanu de eerste vrouw die een wereldrijk bestuurde. Dat deed ze als regentes voor haar zoon Otto III. Ze stierf in 991 in haar geliefde Nijmegen en ligt begraven in de Pantaleonskirche in Keulen.