In oktober 1944 bedenkt het Duitse leger plannen voor het onder water zetten van een groot deel van het Nederlands-Duitse grensgebied ter verdediging tegen een geallieerde aanval. In februari 1945 gaan de Duitse troepen in het gebied rondom Kleve over tot grote onderwaterzettingen in een poging de geallieerde opmars op te houden.
Dijken worden opgeblazen en grote stukken land, inclusief de kelder van de XOX fabriek komen onder water te staan. De 19-jarige Nederlander Jan Arie de Ruiter maakt de gebeurtenissen van nabij mee en houdt een dagboek bij. Hij schrijft over de XOX biscuitfabriek waar hij werkt en woont. Hij heeft zijn onderkomen in een ondergelopen kelder en schuilt tegen de zware bombardementen die bovengronds plaatvinden. Hier maakt hij ook de bevrijding mee door de geallieerden.
Daarna volgt een lange en gevaarlijke tocht die deels wadend door water wordt afgelegd. Zijn dagboek geeft een indringend beeld van de extreme omstandigheden waarin burgers moest zien te overleven omringd door bittere koude, water en beschietingen. Het duurt tot einde april 1945 voordat Jan Arie de Ruiter weer voet kan zetten op Nederlandse bodem.
“