Jan van Hoof was voor de oorlog al actief bij de scouting. Als vanzelf kwam hij daardoor bij het verzet. Maandenlang hield hij de Duitse activiteiten op en rond de twee Waalbruggen in de gaten. Hij moest zijn onverschrokkenheid met zijn leven bekopen.
‘Eénmaal in je leven iets goed doen…’
Op 20 september 1944 waren er zware gevechten rond de bruggen bij Nijmegen. De situatie voor de Duitsers werd steeds slechter naarmate de Amerikanen en de Britten steeds meer terrein wonnen. SS Kolonel Heinz Harmel van de 10. SS-Panzerdivision ‘Frindsberg’ gaf opdracht om de verkeersbrug op te blazen, maar de explosieven kwamen niet tot ontploffing. Een deel van de explosieven was defect, van anderen hadden de Amerikanen het lont weten door te snijden. En sommigen lonten waren al op 18 september door de 22-jarige Nederlandse student Jan van Hoof doorgesneden.
Onderscheidingen
Jan van Hoof, een padvinder die lid was van het verzet, was op 19 september door de Duitsers gearresteerd en doodgeschoten, toen hij een Britse pantserwagen door de binnenstad gidste. Zijn rol bij de verovering van de brug was aanvankelijk omstreden, maar na de oorlog werden hem postuum Nederlandse en Amerikaanse onderscheidingen toegekend. Sinds de Tweede Wereldoorlog dragen veel scoutinggroepen zijn naam.
Begraven
Jan van Hoof, die aanvankelijk op de begraafplaats aan de Daalseweg lag begraven, is herbegraven in een officieel oorlogsgraf en ligt nu begraven op het Erekerkhof aan de Weg door Jonkerbos.
“