De naam Oosterbeek zou zijn afgeleid van de Ostbac, de beek die door het Zweiersdal stroomde. Oosterbeek vormt een schakel tussen de zuidelijke rand van de Veluwe en de uiterwaarden langs de Rijn. AI in de 10e eeuw werd hier een kerkje gebouwd en is daarmee een van de oudste kerkgebouwen in Nederland.
Romaans
De vroeg-Romaanse stijl (ronde boogvensters en tufsteen) is goed te zien in het middenschip en het koor. Mogelijk komt dit bouwmateriaal van Romeinse versterkingen aan de andere kant van de Rijn, in Meinerswijk en Driel. Ook het Romaanse portaal bij de ingang, met een versierd fronton boven de deur, is opvallend. Van oorsprong was de kerk een zaalkerk. Pas in de 14e eeuw werd het kerkje uitgebreid met een toren.
Pastoor Bernulphus
Oosterbeek komt ook voor in de 14e-eeuwse kroniek van Johannes de Beke. In het begin van de 11e eeuw heerste Keizer Koenraad II over het Heilige Roomse Rijk. In 1027, tijdens een reis naar Utrecht, beviel keizerin Gisela van een dochter in de Oosterbeekse pastorie. Voor de goede afloop werd de pastoor van de kerk, Bernulphus, beloond met de bisschopszetel van Utrecht.
Heilig
Een populair volksverhaal vertelt dat de latere keizer Hendrik III in Oosterbeek zou zijn geboren, maar dat is niet waar. Bernulphus heeft wel echt bestaan en is later zelfs heilig verklaard. Sindsdien is hij de patroonheilige van Oosterbeek. Maar ook deze heilige kon niet verhinderen dat de kerk na de Reformatie in hervormde handen kwam.
Slag om Arnhem
Rond de Oosterbeekse kerk heeft zich 8 dagen lang een veldslag afgespeeld. In september 1944 was de kerk voor de Geallieerden een van de laatste steunpunten voordat ze zich terugtrokken over de Rijn. De kerk bleef totaal verwoest achter. Na een restauratie werd hij in 1949 weer in gebruik genomen. Britse en Poolse oorlogsveteranen en hun families zijn sindsdien vaste bezoekers.
“
