In de gevechtspauze van 26 tot 29 september 1944 zetten de Duitsers een tegenaanval in en proberen de Britten die inmiddels tot aan Randwijk zijn opgerukt, te overrompelen.
Overrompeling van de Britten
Na felle gevechten hebben de strijdende partijen tijd nodig om te hergroeperen, om de doden te begraven en de gewonden te verzorgen. Met de evacuatie van de Britse parachutisten uit Oosterbeek kwam een einde aan operatie Market Garden. Maar de gevechten gingen door, onder meer omdat de Duitsers tegenaanvallen probeerden uit te voeren. De eerste tegenaanval vond plaats in de nacht van 26 op 27 september 1944. Zij werd uitgevoerd door vijf compagnieën infanterie (vier van het leger en één van de S.S.).
Oversteek van de Rijn
De Duitsers staken over zonder door de Britten bemerkt te worden en konden zelfs tot in Randwijk door dringen. Toen de Britten zich realiseerden dat de Duitsers met een groot aantal troepen de Rijn overgestoken waren, werd een hele brigade ingezet om dit Duitse bruggenhoofd op te ruimen. Britse infanterie moest over open terrein onder beschietingen van Duitse artillerie en jachtvliegtuigen aanvallen, maar had wel de steun van alle artillerie van de divisie. Na uren lange beschietingen gaven veel Duitse soldaten zich over. Er zouden nog meer Duitse aanvallen volgen.
“