Staverden kreeg al in 1298 stadsrechten van de Duitse koning Rudolf. Maar een echte stad is het nooit geworden. En dat is nu net ook de charme van Staverden. Het is een prachtig voorbeeld van een kasteel met een zelfvoorzienend landgoed, een groene erfenis van eeuwenlang adellijk leven op de Veluwe.
Kleinste stad van Nederland
Staverden heeft zijn faam te danken aan de Gelderse graaf Reinoud I (1271-1326). Reinoud had grote plannen met Staverden. De stadsrechten uit 1298 vormden daarbij tegelijk een beloning en een aanmoediging. Maar de ontwikkeling van Staverden stokte. In al die eeuwen kwam er geen stedelijke bebouwing. Wel liggen er verspreid over het terrein nog steeds 16 boerderijen, een koetshuis, orangerie, molen, duiventil, arbeiderswoningen, een kerkje en een begraafplaats. Het is officieel de kleinste stad van Nederland.
Hertog van Gelre
De graven – en later hertogen – van Gelre gebruikten Staverden vooral als jachtslot. Vanaf 1400 werd het kasteel bestuurd door leenmannen die de verplichting hadden om witte pauwen te houden. De pauwenveren werden gebruikt voor de toernooihelm van de hertog. Nog altijd lopen er witte pauwen rond op het terrein. Een andere verwijzing naar Gelre is het graf van Leanora of Eleanora: volgens de legende vluchtte deze adellijke jongedame in 1353 naar Staverden, waar ze uit liefdesverdriet stierf. Haar geest schijnt nog rond te waren op het terrein…
Het kasteel
Het kasteel kende in de loop der eeuwen een aantal gedaanteverwisselingen. Het huidige gebouw stamt uit 1905 en is aangelegd door Herman Theodore s’Jacob, telg van een voorname familie. Zijn vader Frederik Bernhard was burgemeester van Rotterdam en zijn grootvader gouverneur van Nederlands-Indië. De architectuur gaat terug op oudere stijlen, maar het interieur vertoont ook kenmerken van het destijds populaire Jugendstil. De rest van het landgoed is nog redelijk intact en ook de kasteeltuin is in ere hersteld.