Kasteel Nijenbeek heeft een roerige geschiedenis achter de rug. Dat valt aan haar bouwvallige uiterlijk goed af te lezen. Het kasteel speelde een belangrijke rol in het hertogdom Gelre, bij de opstand tegen de Spanjaarden en het verzet tegen Franse troepen. Maar uiteindelijk was het de Tweede Wereldoorlog die het kasteel definitief in een ruïne veranderde.
Strategische gelegen aan de IJssel
Kasteel Nijenbeek werd rond 1230 gebouwd, strategisch gelegen aan de IJssel. Waarschijnlijk begon het als een houten woontoren op een eiland in de rivier. Maar al snel werd De Nijenbeek uitgebouwd tot een echt kasteel van baksteen, met bijgebouwen en een voorburcht. Het kasteel kwam in bezit van de hertogen van Gelre die het kasteel in leen gaven aan het geslacht van Steenbergen, vermoedelijk de nazaten van een buitenechtelijk kind van de hertog.
De legende van de dikke hertog
Kasteel Nijenbeek is vooral bekend door de gevangenschap van hertog Reinoud III van Gelre. In de beruchte broedertwist met zijn jongere broer Eduard delfde Reinoud het onderspit en werd in 1361 in Nijenbeek gevangen gezet. Het verhaal gaat dat Reinoud daar erg goed te eten kreeg. Na een aantal jaar was hij zo dik geworden dat de bewakers de celdeur open konden laten – Reinoud paste toch niet meer door de opening. Toen zijn broer Eduard na tien jaar omkwam bij een veldslag, werd Reinoud vrijgelaten. Men moest daarvoor de muur uitbreken.
Ruïne
In de loop van zijn bestaan is het kasteel vaak van uiterlijk veranderd. De bijgebouwen en de voorburcht werden gesloopt, in ruil voor nieuwe aanbouw tegen de toren. Uiteindelijk bleef alleen de toren staan. Aan het eind van WOII hadden een paar Duitsers zich in het kasteel verschanst. Om ze te verjagen werd het kasteel door de Geallieerden onder vuur genomen. De aanbouw en het dak werden zwaar beschadigd. Ondanks noodreparaties is het dak uiteindelijk ingezakt en sindsdien hebben de elementen vrij spel. Van kasteel Nijenbeek rest nu niets meer dan een ruïne die alleen op afstand is te zien.