Het castellum in Meinerswijk, Castra Herculis, is het enige Romeinse fort in Gelderland dat archeologen hebben opgegraven. Deze naam komt ook voor in een historisch verslag uit de 4e eeuw van de Romeinse geschiedschrijver Ammianus Marcellinus.
Romeins castellum
Het castellum is aangelegd tussen 10 en 20, mogelijk als voorbereiding op de laatste Germaanse veldtocht van Germanicus in het jaar 16. Duizend Romeinse schepen verzamelden zich toen in de Betuwe: oorlogsschepen, maar ook transportschepen om een aantal legioenen te vervoeren. Het castellum lag heel strategisch tegenover de monding van de oer‐IJssel. Rond 70 viel het castellum ten prooi aan de gewelddadigheden van de Bataafse Opstand. Een dikke brandlaag die is teruggevonden getuigt daarvan. Het fort is vervolgens herbouwd. Aan het eind van de 2e eeuw bouwden de Romeinen een compleet nieuw stenen fort.
Principia
Het enige opgegraven gebouw van Castra Herculis is het hoofdkwartier of ‘principia’, dat 34 bij 38 meter groot was met muren van 1,40 meter dik. De dakpannen bleken van Holdeurns aardewerk, afkomstig uit de grote pannenbakkerij in de Holthurnsche Hof. In de principia zetelde de prefect: de commandant van het castellum. De prefect hield toespraken voor zijn manschappen in de basilica, een grote overdekte hal. Daarnaast was er een administratiekantoor, een magazijn en een vaanheiligdom: de aedes. Hier werd de soldijkas bewaard en ook de vaandels en legioenstandaards.
Hergebruik van materiaal
In de vroege en late Middeleeuwen zijn de muren en fundamenten van het fort voor hergebruik afgebroken, mogelijk voor de aanleg van de Frankische handelsnederzetting Meginhardiswich of Meginhardi. Wat van het castellum overbleef, is vervolgens in de loop der eeuwen voor het grootste deel weggespoeld. Alleen de plek van de principia heeft deze erosie enigszins overleefd.