Batenburg ligt op een strategische plaats langs de Maas en kent een prachtig verleden. De naam verwijst naar Bato, de stamvader van de Bataven, die hier een versterking zou hebben gesticht. Een plek van levende historie, van spannende geschiedenis: de straten en huizen zijn pittoresk en de kasteelruïne is een pronkstuk van romantiek.
Motte
De vroegste vermelding van Batenburg dateert uit 1080. Waarschijnlijk is rond die tijd een motteburcht aangelegd. Ook zou er volgens de overlevering een Romeinse tempel hebben gestaan, maar dat is nooit bewezen. De Heren van Batenburg slaagden erin om rechtstreekse leenmannen te worden van de Duitse keizer. Die speciale status heeft Batenburg nog eeuwenlang kunnen vasthouden.
Kasteel
In 1328 kwam Batenburg in handen van het adellijke geslacht Van Bronckhorst. Zij bouwden er een machtig kasteel, dat in de loop der eeuwen werd uitgebreid. In het kielzog van de burcht groeide Batenburg uit tot een stad met een eigen muntmeester.
16e eeuw
In de 16e eeuw nam de invloed van de traditionele kerk op het dagelijkse leven steeds meer af. Dat gaf ruimte aan de opkomst van een nieuw geloof – het protestantisme – maar ook aan een groeiende wetenschappelijke belangstelling. Beide ontwikkelingen zien we terug op kasteel Batenburg. Zo was de wetenschapper Faust te gast op het kasteel.
Protestant
Vier gebroeders Van Bronckhorst waren tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) felle voorvechters van het nieuwe geloof. Ze zijn ook allen in die strijd gestorven. Twee zijn onthoofd op de Grote Markt van Brussel, net als de veel beroemder geworden graven Egmond en Van Hoorne.
Ondergang
Na verwoestingen van achtereenvolgens Alva (1569), Maurits (1600) en de Fransen (1794) is Batenburg er niet meer bovenop gekomen. Maar ondanks deze tegenslagen heeft het stadje haar identiteit én haar monumenten kunnen behouden.