Kasteel Doorwerth is een mooi voorbeeld van een waterburcht, waarbij de dikke buitenmuren samen met het water voor bescherming zorgen. Het kasteel ligt op een ideale plek: goed verdedigbaar op een uiterwaard aan de Rijn en strategisch aan de oude hoofdweg van Arnhem naar Utrecht. Een prima plek voor tolheffing.
Roofridder
In 1260 werd de burcht voor het eerst vermeld. De roofzuchtige praktijken van kasteelheer Berend van Dorenweerd waren de graaf van Gelre en de bisschop van Utrecht een doorn in het oog. Tijdens een belegering werd het toen nog houten gebouw verwoest. Daarna werd het kasteel door Berends zoon Hendric weer opgebouwd. Dit keer met kloostermoppen, gebakken van plaatselijke rivierklei.
Woontoren
Het oudste gedeelte uit 1280 was een zaalburcht (rechthoekige woontoren), op de plek en met de omvang van de huidige oostvleugel van het kasteel. De zuidelijke vleugel werd gedurende de 14e eeuw tegen het kasteel aangebouwd. Begin van de 15e eeuw was Reinald van Homoet kasteelheer. Hij liet de voorburcht en de massieve woontoren aan de noordzijde bouwen. De laatste grote uitbreiding vond in de 16e eeuw plaats, met de vergroting van de zuidvleugel en de bouw van de toren in het zuidwesten.
Middeleeuws
De daaropvolgende bezitters van het kasteel verbleven er zelden. Daarom hadden ze niet de neiging tot moderniseren en dat is waarschijnlijk de reden dat Doorwerth nog steeds een Middeleeuws uiterlijk heeft. De zwartste dagen van het kasteel zijn van recentere datum. Bij de bevrijding van Zuid-Nederland in september 1944 lag het kasteel zwaar onder vuur.
Herbouw
Na de oorlog bleef weinig meer over dan een trieste puinhoop. Het koste 37 jaar om het kasteel in oude luister te herbouwen. Sinds 1983 is het kasteel weer in zijn Middeleeuwse glorie te bewonderen. Kasteel Doorwerth is daarmee een van de fraaiste kastelen van Nederland.