Op de Veluwe zijn vele grafheuvels uit de prehistorie gevonden. Bijzonder is dat in de huidige gemeente Epe zo’n 50 grafheuvels achter elkaar in een rechte lijn van ongeveer zes kilometer liggen. Door onderzoek wordt steeds duidelijker dat de ligging van deze grafheuvels niet toevallig is.
Begraven in de prehistorie
Een grafheuvel is een door mensen opgeworpen heuvel waarin de resten van de overledenen werden bijgezet. Dat gebeurde al vanaf de late steentijd (ca. 2800 voor Chr.). Vaak werd de heuvel omringd door een greppel of een rij palen. Vanaf de bronstijd (2000-800 voor Chr.) werden meerdere mensen (familie) in een grafheuvel begraven. Vanaf 800 voor Chr. tot het begin van onze jaartelling (ijzertijd) werden de overledenen gecremeerd. Hun resten werden in urnen bijgezet in lage grafheuvels: de zogeheten urnenvelden.
Grafheuvels in een rechte lijn
Uit onderzoek blijkt steeds meer dat grafmonumenten niet willekeurig in het landschap zijn geplaatst. Vreemde palenrijen, steenkringen en heilige wegen doen vermoeden dat er speciale, met rituelen omgeven overgangen waren naar het dodenrijk. De tientallen grafheuvels bij Epe en Vaassen liggen mogelijk langs een heilige weg die loopt van de wereld van de levenden naar de wereld van de doden. Het is vast geen toeval te noemen dat de St. Maartenskerk in Epe op dezelfde lijn als de grafheuvels ligt. Wellicht sloten de eerste missionarissen aan bij de oeroude plaatselijke tradities om de overgang van het oude geloof naar het Christendom gemakkelijker te maken.
Monumenten uit de prehistorie
Grafheuvels vormen tegenwoordig het grootste aantal prehistorische, archeologische monumenten van Nederland. Door grafheuvels nauwkeurig te dateren, kunnen patronen worden ontdekt die mogelijk een verhaal vertellen over de gedachtewereld van onze voorouders. Ooit lagen er duizenden van dit soort grafheuvels goed zichtbaar in het landschap. Tegenwoordig worden ze soms, zoals bij Epe en Vaassen, weer zichtbaar gemaakt.