De 13e eeuw was voor Nijmegen een dynamische periode. De stad had in 1230 stadsrechten gekregen en was flink aan het uitbreiden. De bebouwing ‘kroop’ van de Waalkade langzaam tegen de heuvel omhoog. De bouw van de Stevenskerk bovenop de heuvel was daarvoor de bekroning.
Bouw
De grote, machtige Stevenskerk vormde een mooie tegenhanger voor de massieve Valkhofburcht aan de andere kant van de stad. Het bestuurlijke en religieuze centrum hadden zo een eigen plek. De bouw van de Stevenskerk begon in 1254. In eerste instantie werd de kerk met tufsteen gebouwd in Romaanse stijl. Aan het onderste deel van de toren is dat nog goed te zien. In de eeuwen daarna werd aan de kerk verder gebouwd in de nieuwe bouwmode, de Gotiek. De toren, het koor en het fraaie Zuiderportaal zijn daar goede voorbeelden van. Na 1591 stokte de bouw, waardoor de kerk onvoltooid bleef.
Tombe
In 1273 werd de kerk in naam van de bisschop van Keulen gewijd door Albertus Magnus, een van de grootste geleerden van de Middeleeuwen. De kerk werd gewijd aan de eerste christelijke martelaar, de heilige Stephanus. Op een ereplaats midden in het koor staat de graftombe van Catherina van Bourbon, hertogin van Gelre († 1469). Zij liet een deel van haar kapitaal na om de Stevenskerk tot kapittelkerk te verheffen.
Beeldenstorm
In de tijd van de katholieken was de kerk in bonte kleuren geschilderd en stond ze vol beelden van heiligen. De Beeldenstorm in 1580 en de overname van de kerk door de protestanten in 1591 gaven het interieur een totaal ander aanzien. De kerk werd leeggehaald en witgekalkt. Veel kunstschatten en relieken zijn in die tijd verdwenen, zoals de arm van de heilige Stephanus.
Bombardement
Bij het bombardement van februari 1944 werd de kerk zwaar beschadigd. De restauratie duurde 25 jaar.