De DRU in Ulft staat symbool voor de ijzerindustrie in de Achterhoek, die vanaf de 18e eeuw furore maakte. Lange tijd was de DRU de belangrijkste werkgever in Ulft. Inmiddels is het bedrijf vertrokken naar een nieuwbouwlocatie in Duiven. De oude fabrieksgebouwen hebben als industrieel monument een tweede leven gekregen.
IJzerindustrie
De IJsselstreek wordt ook wel de bakermat van de Nederlandse ijzerindustrie genoemd. In de 17e eeuw begon men hier plaatselijk gewonnen ijzererts te smelten in kleine hoogovens. Ooit kende de Achterhoek met het aangrenzende, Duitse Isselgebiet zo’n tien ijzergieterijen. De Ulftse ijzergieterij was opmerkelijk genoeg een adellijk initiatief, namelijk van de graaf van Bergh. Hij richtte met enkele andere welgestelde heren in 1754 ijzergieterij de Olde Hut op.
DRU
De vaart kwam er pas goed in na de komst van Bernard Diepenbrock en zijn neven Theodor en Bernard Reigers. Zij kwamen uit het Duitse Bocholt waar ze ook al een ijzergieterij bezaten. In 1831 werden de twee families eigenaar van de fabriek en werd de naam omgedoopt tot Diepenbrock en Reigers te Ulft (DRU). In de 18e eeuw maakte de fabriek nog vooral haardplaten en kanonskogels, maar het assortiment werd gaandeweg uitgebreid met roosters, badkuipen, emaille pannen, auto-onderdelen, gashaarden en kachels. De DRU was de grootste werkgever in de regio en zelfs zo belangrijk dat de Oude IJssel ervoor werd omgeleid.
Herbestemming
In 1999 vertrok de DRU uit Ulft. Waar de DRU vroeger symbool stond voor de ijzerindustrie, is het tegenwoordig een van de meest geslaagde voorbeelden van hergebruik van industrieel erfgoed in Nederland. Het portiergebouw is omgetoverd tot cultuurfabriek met theaterzaal, bibliotheek, horeca, vergaderruimten en een concertzaal. De Emailleerfabriek huisvest woningen en het kantoor van een woningbouwvereniging, het Ketelhuis wordt omgetoverd tot hotel en de Afbramerij gaat binnenkort – heel toepasselijk – plaats bieden aan het Nederlands IJzermuseum.