Om de Waal te kunnen oversteken was de verovering van twee bruggen in Nijmegen noodzakelijk. De Amerikanen stuitten op hevig verzet van de Duitsers. De Amerikanen kwamen in een heus spervuur terecht.
Bruggen en postkantoor
Op 19 september 1944 wilden de Amerikanen oprukken om de beide bruggen bij Nijmegen te veroveren. Het 2nd Battalion van het 505th Regiment en de Grenadier Guards moesten zowel de spoorbrug en de verkeersbrug als het postkantoor innemen. In het postkantoor bevond zich waarschijnlijk het ontstekingsmechanisme waarmee de Duitsers de Waalbrug wilden opblazen. Op de verovering van het postkantoor na verliep de operatie echter moeizaam.
Duitse verdediging
De generaal van de Waffen-SS, Wilhelm Bittrich, had delen van de 10. SS-Panzerdivision naar Nijmegen gestuurd om de Waalbruggen te verdedigen. De Amerikanen probeerden de bruggen bij Nijmegen in te nemen en stelden zich aan de Nijmeegse kant van de Waal op. Ze zaten vast de bruggen moesten van de andere kant worden ingenomen. Als dat niet zou lukken, waren de geallieerde soldaten in Arnhem verloren.
Oversteek met bootjes
Op 20 september kreeg het 3rd Battalion van het 504th Parachute Infantery Regiment van majoor Julian Cook opdracht de Waal over te steken en de brug via de noordzijde te veroveren. Met veel te lichte boten van het Britse XXX Corps gingen zij de Waal over. Het werd een gevecht van man tegen man. Van de 26 boten die vanaf de zuidoever vertrokken, kwamen er volgens ooggetuigen maar 13 aan de overkant aan. De rest was tijdens de overtocht gezonken of de aan boord aanwezige genisten waren gedood. De soldaten die wel de andere kant van de Waaloever wisten te bereiken, vochten zich met getrokken bajonetten naar de verkeersbrug. Twee uur na hun overtocht hadden de para’s de spoorbrug in handen en leden de Duitsers flinke verliezen. Nog eens twee uur later hadden ze de noordzijde van de verkeersburg ingenomen. Toen rolden de eerste tanks van de Grenadier Guards de brug over.
“