Eind september 1944 was operatie Market Garden voorbij. De oorlog verplaatste zich naar de omgeving van Nijmegen en de Betuwe. Daar lag de frontlinie dwars door het Rivierengebied. Op 4 oktober startte de Duitse bezetter een offensief om Opheusden weer in handen te krijgen. In en rond het dorp werd fel gevochten, waarbij tientallen soldaten aan beide zijden het leven lieten.
Betuwe
Tijdens Market Garden bereikte de Britse 43e Wessex-divisie op 23 september Opheusden en Doodewaard. Daar liep het front vast. De Britten werden op 4 oktober afgelost door de Amerikaanse 101st Airborne Division. Meteen na hun komst werden de Amerikanen fel bestookt door de Duitse troepen, die vanaf de Grebbeberg de Rijn waren overgestoken. Het Duitse leger was er alles aan gelegen om de Betuwe terug te veroveren en op die manier een mogelijke invasie van Duitsland te voorkomen.
Opheusden
Opheusden werd het decor van een helse slag van huis tot huis gevechten, onder andere aan de Dorpsstraat. Om de Dalwagenseweg werd drie dagen gevochten. Hier lag ook de molen van de familie Aalbers waar meer dan 100 zwaargewonden werden verzorgd. De strijd leverde geen winnaar op. Het front bleef maandenlang vrijwel op exact dezelfde plaats. Zowel Amerikanen als Duitsers hadden grote moeite met de kleibodem van de Betuwe, ‘the worst tankgoing country of the world.’
Niemandsland
Vanaf oktober vluchtten de bewoners van dit gedeelte van de Betuwe weg: sommigen naar het bevrijde Brabant, andere naar het bezette noorden. De geallieerden en de Duitsers verschansten zich aan beide zijden van het front met prikkeldraad en mijnen, zodat er dwars door de Betuwe een niemandsland ontstond. In december zetten de Duitse troepen een deel van de Betuwe onder water. Pas op 18 april 1945 werd Opheusden bevrijd door de Belgische Brigade Piron.