De weilanden bij Wolfheze liggen gunstig voor de geallieerde luchtlandingen. Voorafgaand aan die landingen bombarderen de geallieerden locaties ter plekke waarvan vermoed wordt dat de Duitsers ze als basis gebruiken.
Bommenregens
De Geallieerden vermoeden Duitse troepen in de psychiatrische inrichting en besluiten die te bombarderen. Drie verwoestende bommenregens teisteren op 17 september 1944 de lokale bevolking voordat er zweefvliegtuigen met bevrijders aan de horizon verschijnen.
Luchtlandingen
Op zondagmiddag 17 september landde een deel van de 1e Britse Luchtlandingsdivisie bij Wolfheze. Ze moesten de Rijnbrug bij Arnhem veroveren. De geallieerden vermoedden echter dat de Duitsers de psychiatrische inrichting als kazerne gebruikten en besloten deze te bombarderen. Drie bomtapijten vernielden die ochtend verschillende gebouwen van de inrichting en richten grote schade aan in het dorp. Er kwamen zesennegentig burgers om.
Parachutisten
Om 13.00 uur landden 134 zweefvliegtuigen zowel ten noorden als ook ten westen van het dorp. Enkele kwamen in de bomen terecht, andere raakten beschadigd bij de landing waardoor materiaal verloren ging. Op de nabijgelegen terreinen landden vervolgens parachutisten. Deze gingen zo snel mogelijk naar Arnhem. De bemanning van de zweefvliegtuigen moest de landingsterreinen verdedigen. Deze zouden de volgende dag weer gebruikt worden. De inwoners van Wolfheze, nog niet bekomen van het voorgaande bombardement, zagen met vertwijfeling en verbazing de luchtlandingen. Toen enkele dagen later de Britten richting Arnhem en Oosterbeek waren getrokken werd Wolfheze weer door de Duitsers bezet. Pas in april 1945 werd het verwoeste en geplunderde dorp echt bevrijd.
“