Zutphen
Tot 1820 stond aan het einde van de Groenmarkt een indrukwekkende poort: de Marschpoort. Deze westelijke uitgang van de stad leidde naar de kade, het IJsselveer en vanaf 1485 naar de IJsselbrug.
Poort naar de IJssel
Omstreeks 1400 kenden de Zutphenaren deze poort als de Nieuwe Marschpoort. De poort werd in de late 14e eeuw gebouwd als westelijke entree van de stad aan het einde van de Groenmarkt. Er was al een oude Marschpoort maar die stond iets noordelijker, aan het einde van de Spiegelstraat. Die straat was tot in de 14e eeuw de belangrijkste route naar het westen. De Groenmarkt ontstond in de 14e eeuw als marktplein op een rond 1325 gedempte gracht. Al snel verrezen hier de grote koopmanshuizen in baksteen en het stedelijke Wijnhuis. Het plein werd het middelpunt van handel en verkeer. Dat deed het stadsbestuur besluiten om een nieuwe poort te bouwen. De poort leidde naar de rivieroever waar de schepen van de Hanzekooplieden werden geladen en gelost. Ook lag hier het stadsveer over de IJssel.
Schipbrug
Eind 15e eeuw begon de rivierhandel sterk af te nemen en nam de landhandel van Holland naar Westfalen juist toe. Daarom werd in 1485 het veer vervangen door een vaste brug over de IJssel. Zo bleef Zutphen een handelsconcurrent van het naburige Deventer, al won die laatste stad het economisch door de succesvolle jaarmarkten. Het zat Zutphen ook niet mee door de langdurige Gelders-Habsburgse oorlogen. Deze brachten de stad in een economisch isolement. Wel moest er aan de verdediging van de stad worden gewerkt. In 1532 werd vlak voor de poort een halvemaanvormig verdedigingswerk gebouwd. Dit moest de westelijke ingang van de stad mét en tegen vuurgeschut beschermen. In dit ‘bolwerk’ werd ook een poort gemaakt: de Buiten Marschpoort. De resten van dit verdedigingswerk liggen onder de Marschpoortstraat.
Nieuwe vesting
Tussen 1572 en 1591 vormde de IJssel de frontlinie in de oorlog tegen de Spaanse overheersing. In het laatste jaar veroverde prins Maurits van Oranje-Nassau Zutphen en hij was van plan de stad niet meer verloren te laten gaan. Er werd meteen begonnen met de aanleg van een machtige vesting van bolwerken en brede grachten. Aan de rivierzijde verrees in 1593 het Marschpoortbolwerk als deel van de vesting. Hierin kwam uiteraard weer een poort: de Buitenste Marschpoort. De kwetsbare Berkelmonding, die ten noorden van Zutphen lag, moest om veiligheidsredenen binnen de vesting worden gebracht. Door de middeleeuwse stadsgracht stroomde vanaf 1610 de Berkel naar de nieuwe monding bij de Kattenhavenstuw. Die situatie bestaat nog altijd. De houten brug voor de middeleeuwse poort werd in 1716 vervangen door een stenen boogbrug. Voor de brug vond in de 18e eeuw de vismarkt plaats. Jan de Beijer tekende de poort en de markt in 1743.
Sloop
In 1820 was de eens zo trotse poort een vervallen sta-in-de-weg geworden en werd ze gesloopt. In 1855 mocht van het Ministerie van Oorlog ook het westelijke deel van de vestingwerken worden gesloopt. De stad ontwierp een nieuwe kade met witte herenhuizen en een brede entree naar de Groenmarkt: de Marschpoortstraat. Naast de stenen brug kwam in 1861 een gietijzeren brug en zo ontstond de nog bestaande brede brug. In 1998 werd de fundering van de Marschpoort gevonden en gemarkeerd in het plaveisel.